de reis naar het Noroeste
Hallo!
Ik denk dat het nu ongeveer een maand geleden is dat ik voor het laatst mijn blog geüpdatet heb. Deze maand ben ik naar veel plaatsen geweest. Zo was er aan het begin van deze maand een reis naar het noorden van Argentinië, wat echt een heel mooi stuk van het land is. Ik heb er een paar foto’s over geüpload.
De reis was een week lang. Op de zondag vertrokken we, waarna we een nacht in de bus doorbrachten. Onze eerste bestemming was de stad San Miguel de Tucumán. Dit is de stad waar de onafhankelijkheid van Argentinië getekend is. Dat werd daar gedaan, omdat het in de bergen lag en moeilijk te bereiken was, dus de Spanjaarden er niet makkelijk konden komen. In deze stad zijn we naar het centrum / het hoofdplein geweest en daarna hebben we een suikerfabriek bezocht.
Na het bezoek gingen we de bergen in en die hebben we de rest van de week niet verlaten. Na een hele hoop kronkelweggetjes kwamen we uit in Tafí de Valle, waar we empanadas aten voor het middageten. (Empanadas zijn typisch voor het noorden). Hierna vervolgden we onze reis richting Quilmes, maar niet voordat we een stop hadden gemaakt bij een lama en een prachtig uitzichtpunt.
Quilmes is een plek waar de restanten van huizen van het indianenvolk ‘Quilmes’ zijn. Het verhaal van dit indianenvolk is, dat het na jaren van rondtrekken, zich vestigden in de bergen, om daar te gaan leven. Op de foto lijkt de plaats al gigantisch, maar in het echt was het nog veel groter. Helemaal op de top van de berg woonde het stamhoofd, om het zo maar te zeggen. De Quilmes kregen, net zoals bijna alle indianenvolken, te maken met de Spanjaarden. Zij overwonnen de Quilmes en namen hen mee naar Buenos Aires, te voet, wat een heel eind is. Vandaag de dag zijn er enkele afstammelingen van de Quilmes en zij vertellen het verhaal door. Deze plek was onze laatste stop voor die dag.
De volgende dag hebben we eerst door het stadje gewandeld waar we verbleven, Cafayate, om dat een beetje te bekijken en onze lunch te kopen, want daarna zouden we voor een hele lange tijd geen winkel of iets tegenkomen waar je eten kan komen. Daarna zijn we de bergen in gegaan, waar echt hele mooie stukken natuur liggen. Zo is er het natuurlijke amfitheater, waar, als je muziek speelt, het geluid heel mooi weerkaatst en heb je er gebieden waarvan ik de naam niet weet, maar met heel mooi gesteente. ’s Avonds kwamen we aan in Salta, waar we, na het avondeten, naar de top van de berg zijn gegaan. Daar had je een uitzicht over de stad die een zee van lichtjes leek. Wat daarnaast wel leuk was, was dat er een groep van ouderen aan het dansen en zingen was bij muziek en onze groep gewoon vrolijk mee deed.
De woensdag zijn we de stad Salta gaan bekijken. We hebben twee kerken bezocht, die niet zo zijn als de Nederlandse kerken, maar heel rijk versierd en heel kleurrijk. Daarna hebben we twee museums bezocht, een over Salta eigenlijk door de eeuwen heen en de tweede, die ik veel interessanter vond, was een museum over een indianenvolk.
Zij hadden een traditie waarmee ze kinderen aan de goden offerden. Deze kinderen waren vaak bijzondere kinderen, omdat ze een bijzonder uiterlijk hadden of het kind van een stamhoofd waren. De kinderen maakten een lange tocht, waarbij ze allerlei spullen met betekenissen met zich meedroegen. Met hen mee ging een priester. Nadat ze aankwamen werd er gefeest en daarna werd ze een sterk alcoholische drank gegeven, waardoor ze een slaap vielen. Eenmaal in slaap werden ze levend begraven, met hun spullen. Omdat het daar erg koud was, zijn drie lijken bewaard gebleven, wat vergelijkbaar is met de vondst van de mummie Ötzi.
Nadat we naar het museum geweest waren, hadden we vrije tijd om de stad te bekijken. Ik ben onder andere naar een overdekte markt geweest, eentje die ik zelf erg vergelijkbaar vond met een overdekte markt in Marokko. Er werden allemaal kruiden verkocht, gedroogd fruit en noten. Daarnaast verkochten ze er ook veel van de kleding die traditioneel is voor die streek.
’s Avonds zijn we naar een soort voorstelling geweest, waar traditionele muziek gespeeld werd en gedanst. Want dansen en feesten, dat doen ze in Argentinië veel! Tijdens het eten werd er opgetreden en uiteindelijk kon ook het publiek mee dansen. Een keer zijn we met z’n allen over de straat gegaan, in een lange sliert, om vervolgens via de andere deur weer naar binnen te gaan. Iemand van de groep werd het podium op gevraagd om mee te dansen. (Mij hebben ze trouwens ook gevraagd, maar ik ben niet zo’n ster in dansen, dus heb ik het maar niet gedaan). Daarna gaf iemand anders van onze groep ook nog een optreden midden op het podium, zomaar spontaan, terwijl de rest van de mensen eromheen stond. Er leek geen einde aan het gefeest te komen, maar uiteindelijk zijn we toch doodmoe teruggekeerd naar het hotel.
De volgende dag hebben we veel gereisd. We gingen van Salta naar Humahuaca. We reden langs hele mooie natuur, maar ik heb er niet zoveel foto’s van gemaakt. Voor de lunch hebben we gepicknickt bij een meer, met een prachtig berglandschap tegenover ons. Tijdens de busreis haalden een van de Duitse meisjes haar ukelele tevoorschijn en heeft daarop liedjes gespeeld. (Vooral Engelse, een Spaanse en een Duitse, maar van die laatste snapte ongeveer zeven mensen iets)
Onze reisgroep bestond trouwens uit mensen over de hele wereld, maar vooral Europeanen. Van de Europeanen waren de Duitse / Duitssprekende in de meerderheid, dus heb ik dat ook nog mooi kunnen oefenen. Grapje natuurlijk, want zodra ik een poging tot Duits spreken doe, gaat het automatisch over in Spaans. Wel kan ik het zo af en toe een beetje bestaan. Maar goed, onze groep bestond uit ongeveer acht Duitse, een Oostenrijkse, een Hongaarse, twee Nederlandse (waaronder ik), drie Belgen (twee uit Vlaanderen), vier Italianen, twee Japanners, een Nieuw-Zeelander, een Turkse, een Amerikaanse en dan had je nog twee Argentijnen die met hun broer/zus mee waren. Een hoop verschillende culturen dus.
In Humahuaca aangekomen, hebben we daar avond gegeten, UNO gespeeld en gekaart (met een ander kaartenset dan die wij kennen). ’s Avond kwam er een man (volgens mij de kok), nog een soort van optreden met allerlei traditionele instrumenten en liedjes, hij bleef maar doorgaan. De artiest sloot af met het bekende van de Titanic, maar wel instrumentaal, haha.
De dag erna stond er weer veel op het programma. Onze eindbestemming: de grote zoutvlaktes. Onderweg hebben we een stop gemaakt bij de grens van de Steenbokskeerkring (en als je een beetje bij aardrijkskunde hebt opgelet, weet je dat de tropengrens is), bij Tilcara, waar de bergen een soort kleurenpalet hebben, van wel veertien kleuren en Purmamarca, waar de berg van de zeven kleuren is. Van die laatste heb ik niet zo’n hele goede foto, omdat we van ver weg gestopt zijn en toen we in de middag terugkeerden, stond de zon er recht achter, maar goed. Nadat we hier gestopt zijn, hebben we een lange kronkelweg naar de zoutvlaktes gehad, maar eenmaal boven was het wel het uitzicht waard.
Op de zoutvlaktes was iedereen honger, dus de man die de empanadas/tortillas verkocht, heeft die dag zeker winst gemaakt. Daarna volgden een tour en uitleg over de zoutvlaktes en daarna konden we foto’s maken. We zijn naar twee plaatsen gereden. Bij de eerste waren overal een soort meertjes, want ongeveer tien centimeter onder het zout zit water. Het water bij deze plek mag je niet aanraken, want de mensen daar geloven in de “Pachamama”. Ik geloof dat dat gelijk staat aan moeder natuur. Het verhaal gaat dat zij die meertjes geschonken heeft aan de mensen en dat de mensen dat moeten respecteren, dus we mochten het daarom niet aanraken. Wel konden we er hele mooie foto’s maken en daarna hebben we ook nog de bekende illusiefoto’s gemaakt.
De tweede plaats waar we heen gingen, is de plek waar het zout ‘gemaakt’ wordt voor de productie. Het zijn dunne kanaaltjes, waar water in zit dat je wel mag aanraken, waarin het zout gevormd wordt. Zodra het hele kanaal vol zit en er dus geen water meer in zit, is het klaar om vervoerd te worden. Twee jongens, de Japanse en Nieuw-Zeelandse, dachten dat het ook wel een goed idee was om er overheen te springen. Niemand is in het water gevallen, maar de Japanner kwam wel pijnlijk te recht. Maar goed, uiteindelijk zijn ze er zonder kleerscheuren vanaf gekomen.
Overigens liggen de zoutvlaktes wel erg ook (4000 km ongeveer), dus hadden we allemaal wel moeite met ademhalen. En wat helpt daartegen: cocaïne! Niet het witte poeder wat je opsnuift, maar de gedroogde blaadjes van de plant, die je gebruikt als een soort kauwgum, of een thee van deze plant helpt tegen de hoogte. En verder, geen inspannende dingen doen (zoals over kanalen heen springen) en proberen rustig adem te halen.
Op de terugweg hebben we Purmamarca en Tilcara bezocht. In de dorpjes zelf verkopen ze vooral heel veel spullen voor toeristen, dus die hebben we dan ook ingeslagen. Verder hadden we in Purmamarca nog een mooi uitzicht op de berg met zeven kleuren, die we van dichtbij konden bekijken.
Na het bezoek aan deze dorpjes keerden we terug naar Humahuaca, waar we voor de laatste nacht in het hotel sliepen.
De volgende dag hebben we Humahuaca zelf nog bekeken en ook hier is het vol met de kraampjes en winkeltjes die spullen voor toeristen verkopen. Na de ochtend in Humahuaca gespendeerd te hebben, stapten we in de bus om terug te keren naar Rosario.
Al met al was het een hele leuke week en hebben we heel veel mooie dingen gezien en geleerd. Afgelopen weekend ben ik naar Buenos Aires geweest, maar hier zal ik in de volgende blog over schrijven.
Chau,
Nina
Reacties
Reacties
Joehoe Nientje,
Het klinkt allemaal geweldig! Ik ben nu wel heeeel benieuwd naar de rest van de foto's hahaha.
Have fun! Verie exited voor de volgende post. XO
Elke
He Nina,
Wat een verhalen! Mooi avontuur. Toevallig hebben we het bij aardrijkskunde over Zuid-Amerika! Gaat vast goed komen met je eindexamen!
Nog een fijne tijd en ik neem nog wel eens een kijkje hier, hoe het met je gaat.
Groeten,
Mevrouw van Dijk (AK)
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}